Naar aanleiding van een open brief van vakbond VSOA over wantoestanden binnen de federale gerechtelijke politie, vroeg ik cijfers op bij minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin. Uit het antwoord blijkt dat de voorbije jaren honderden meldingen binnenliepen van pesterijen, geweld, seksuele intimidatie en andere psychosociale problemen. Toch is er vandaag nog steeds geen concreet actieplan in werking.
Meer dan 500 meldingen in twee jaar bij federale politie
Binnen de federale politie blijven de aantallen hoog. In 2023 werden er 282 meldingen geregistreerd, in 2024 nog steeds 262. Vooral in Brussel is het probleem nijpend: daar werden vorig jaar 89 meldingen geteld. Ook Luik en Oost-Vlaanderen doen het niet goed. Provincies als West-Vlaanderen, Antwerpen, Luxemburg en Vlaams-Brabant zitten in de middenmoot, met 8 à 9 meldingen in 2024. De meldingen zijn verontrustend, zeker omdat het hier enkel gaat om geregistreerde meldingen bij de psychosociale diensten. Deze cijfers tonen slechts het topje van de ijsberg. De drempel om klacht in te dienen blijft hoog, zeker in de hiërarchische structuren zoals de politie.
Gerechtelijke politie kreunt onder werkvloerproblemen
De Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie (DGJ) noteerde in 2023 35 meldingen van psychosociale risico’s op de werkvloer, waarvan 32 over pesterijen. In 2024 ging het om 23 meldingen, opnieuw met pesterijen als dominante categorie. Interessant hierbij is dat er pas vanaf 2023 ook rekening wordt gehouden met ongewenste gedragingen van discriminerende aard. Volgens Demon wijzen de cijfers op een structureel probleem binnen de dienst, waarbij de drempel voor medewerkers om melding te maken nog steeds te hoog ligt.
Intern rapport jarenlang in de schuif
De problemen binnen de DGJ kwamen pas in de publieke belangstelling nadat de vakbond VSOA begin dit jaar een open brief publiceerde over een intern rapport over de werkcultuur binnen de gerechtelijke politie. Dat rapport bracht een werkcultuur aan het licht waarin angst, intimidatie en zwijgen de bovenhand haalden. Op basis van dat rapport werd intussen een actieplan opgesteld, maar dat moet nog besproken worden op het Hoog Overlegcomité van 18 juni. Het is belangrijk dat dit dossier nu de aandacht krijgt die het verdient. We mogen niet talmen met maatregelen die het welzijn en de veiligheid van politiemedewerkers verbeteren.
Blinde vlekken rond lokale politie en zelfdoding
Opvallend is ook dat de minister geen cijfers kon voorleggen over gelijkaardige klachten binnen de lokale politie. Ook over (pogingen tot) zelfdoding bij het politiepersoneel zijn geen gegevens beschikbaar, omwille van het medisch beroepsgeheim. Dat zijn blinde vlekken die dringend moeten worden ingevuld. We moeten uiteraard het medisch beroepsgeheim respecteren, maar dat mag ons er niet van weerhouden om beter zicht te krijgen op de mentale druk waaronder politiemensen werken. Mentale gezondheid verdient dezelfde structurele opvolging als fysieke veiligheid.
Oproep tot snellere actie
Er moet werk gemaakt worden van de invoering van het voorziene actieplan, en tot een bredere opvolging van psychosociale klachten binnen de hele politieorganisatie. Het vertrouwen binnen en in de politie begint bij een veilige werkomgeving. Dat is een verantwoordelijkheid van de hele top.