Mijn wetsvoorstel werd goedgekeurd om bij een veiligheidsopsluiting omwille van openbaar dronkenschap alle procedures van een bestuurlijke aanhouding te volgen. Dat omvat onder meer het recht om een vertrouwenspersoon te mogen raadplegen, recht op medische bijstand, en eventueel een maaltijd.
De aanpassing aan de wet voorziet dat bij een aanhouding omwille van openbaar dronkenschap dezelfde voorwaarden van tel zijn als bij een bestuurlijke aanhouding. Een bestuurlijke aanhouding wordt geregeld door de wet op het politieambt en biedt veel meer garanties voor de aangehoudene.
Zo dient elke ‘bestuurlijk aangehouden persoon’…
- in kennis te worden gesteld van de vrijheidsberoving,
- de redenen van de vrijheidsberoving,
- de maximale duur ervan,
- de materiële procedure van de opsluiting
- en de mogelijkheid tot het nemen van dwangmaatregelen.
Een bestuurlijk aangehouden persoon mag tevens vragen dat…
- er een vertrouwenspersoon verwittigd wordt,
- heeft recht op medische bijstand,
- heeft voor de duur van zijn vrijheidsberoving recht op voldoende drinkwater, gebruik van het sanitair en afhankelijk van het tijdstip ook recht op een maaltijd.
- Een bestuurlijke aanhouding dient ook steeds verricht en geregistreerd te worden door een officier van bestuurlijke politie.
Tot op vandaag werd een aanhouding omwille van openbaar dronkenschap enkel geregeld volgens ‘de wet betreffende de beteugeling van de openbare dronkenschap’, die sui generis tot stand kwam in 1939 en enkel stelt dat ‘een persoon die in een openbare plaats in staat van dronkenschap gevonden wordt en die wanorde, schandaal, of gevaar veroorzaakt, ten minste twee uur en ten hoogste twaalf uur opgesloten kan worden’. Met mijn wetsvoorstel vervalt die minimale duur, maar wordt de maximale duur behouden. Het Comité P, dat toezicht houdt op de politiediensten, vraagt al sinds 2014 om de aanpassing naar een bestuurlijke aanhouding.