Binnenlandse Zaken is de centrale schakel in de besturing en beveiliging van België. We strijden al een jaar tegen een onzichtbare vijand, het coronavirus. Nu blijkt dat er nog andere onzichtbare vijanden onze veiligheid bedreigen: professionele hackers, waarschijnlijk aangestuurd door buitenlandse mogendheden.
Dit is niet het eerste geval van grootschalige spionage. In 2013 werd het netwerk van Proximus gehackt door een vreemde mogendheid. De toenmalige premier zei toen deze spionage scherp te zullen veroordelen en gepast te reageren. Later bleek het te gaan over een hacking door de Britse geheime dienst, een veroordeling bleef uit.
De criminaliteit verlegt zich naar de digitale wereld, en het baart mij grote zorgen dat hackers binnen geraken in belangrijke en gevoelige diensten zoals Binnenlandse Zaken. Stel u voor dat de safe-houses vandaag bekend zouden zijn via hacking? Als de hackers blijven inbreken in de overheid, liggen straks ons medisch dossier, onze sociale rechten, onze nummerplaten, ons juridisch dossier enzo te grabbel.
Dat er op het eerste gezicht geen gegevens zouden gestolen zijn, dat vind ik zeer moeilijk te geloven. Want waarom zouden hackers twee jaar lang infiltreren, met risico om gevat te worden, als er geen nuttige informatie zou te vinden zijn?
Ik riep op om deze spionage klaar en duidelijk te veroordelen, te onderzoek en te bestraffen. Recent werd door de ministerraad de 'cybersecuritystrategie 2.0' goedgekeurd. Ik vroeg ook om dit zo snel mogelijk uit te rollen om tegen 2025 'een van de minst kwetsbare' landen voor cyberaanvallen te worden