Op 6 juli 2012 werd het Management Plan voor de UNESCO Werelderfgoedzone voorgelegd. Naast bescherming van een aantal stadsgezichten en de opmaak van het thematisch Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) werd daarin ook de opmaak van deelplannen of kwartierstudies opgenomen. “In de deelplannen wordt bekeken waar het bouwkundig erfgoed is gelegen en hoe dat versterkt kan worden. Daarbij wordt nagedacht over bijvoorbeeld mobiliteit, groenaanleg, bestrating, de bestaande en gewenst functies van de wijk, enzovoort”, verduidelijkt schepen Demon. Het onderzoek leidt tot een aantal mogelijkheden of acties om de wijk te versterken. De plannen kunnen in die zin verder worden uitgewerkt. Ze zijn een belangrijke handleiding voor het beheer van die wijk. Voor Brugge worden 9 van dergelijke wijkstudies voorzien, waaronder het Sint-Gilliskwartier.
Sint-Gilliskwartier
Het deelplan Sint-Gillis is de derde wijkstudie die sinds een vijftal jaar opnieuw van start gaat. Het deelplan van Sint-Gillis werd uitbesteed aan het studiebureau Atelier Romain. De afgelopen maanden hebben zij het kwartier verkend en een stand van zaken opgemaakt wat betreft het bouwkundig erfgoed, de mobiliteit , het groen, de functies etc. Tegelijk hebben ze een aantal structuren en visies ontwikkeld om de wijk duurzaam aan te passen via kleine tot grootschalige ingrepen.
In de komende maanden wordt de visie op de wijk verder verfijnd via een bevraging van de voornaamste betrokkenen waaronder de buurt zelf en de verschillende stadsdiensten. Het College heeft het licht op groen gezet voor het verder uitwerken van drie strategische zones in de wijk.
Drie zones afgebakend
Zone 1: Langerei en Annuntiatenstraat als beleefbaar waterfront
Brugge wordt sterk bepaald door de aanwezigheid van de historische waterstructuur, namelijk de Reien. Deze functioneerden in het verleden als belangrijke handelsassen en speelden een grote rol in de historische ontwikkeling van de stad. De Brugse waterstructuur blijft op vandaag een belangrijk onderdeel van de stadslandschappelijke structuur. Alle waterfronten zijn dan ook opgenomen in het thematisch RUP Stadslandschap Brugge. Dit waterfront, meerbepaald de Langerei en de Augustijnenrei, is de laatste decennia zijn indrukwekkende uitstraling voor een deel verloren. Ook de Annuntiatenstraat is opgenomen als voormalige waterstructuur. Dit was vroeger ook een rei, gekend als ‘het vuile reitje’.
Concreet willen we de connectie en beleving met het water terug vergroten. Dit kan door bijvoorbeeld groene plekken te creëren langs de Langerei en de Langerei als fietsverbinding te gebruiken tussen het Noorden het Zuiden van de stad. In de Annuntiatenstraat willen we het water terugbrengen, bijvoorbeeld als een speelelement. Er wordt ook onderzocht of pontons op de Reien mogelijk zijn om de bestaande publieke ruimte op sommige plaatsen te verbreden.
Zone 2: Sint-Clarastraat als publieke ruggengraat van de wijk
Langsheen deze as bevinden zich een groot aantal van de publieke, kwetsbare functies binnen Sint-Gillis zoals het woonzorgcentrum Engelendale, het Koninklijk Atheneum, Huize Clara en hetSincfalpark. De straat wordt gekenmerkt door een breed straatprofiel dat smaller wordt richting de Sint-Jorisstraat. Dit breed profiel is ontstaan door de historische aanwezigheid van bleekweides. Hierdoor was er jarenlang geen bebouwingsdruk aanwezig. Rond 1550 speelde het idee om een rei te graven in de straat, maar dat idee is nooit in uitvoering gebracht. In het Speelruimtebeleidsplan van de stad Brugge wordt de Sint-Clarastraat aangeduid als de ruggengraat van het speelweefsel in Sint-Gillis.
Daarom bekijken we om speelelementen en zitmeubilair te plaatsen in het straatbeeld. Er wordt ook onderzocht om de Sint-Clarastraat autoluw te maken in functie van de veiligheid voor zwakke weggebruikers, en in het bijzonder voor kinderen”, zegt Demon. Deze straat kan dan als alternatief worden gebruikt voor de zeer drukke en gevaarlijke Sint-Jorisstraat/Vlamingdam. Een verkeersluwe straat met veel groen, plaats om te verpozen en zelfs te spelen. Goede fietsmobiliteit gaat hand in hand met fietsvoorzieningen zoals een fietsherstelplaats, de mogelijkheid om (bak)fietsen te delen en dergelijke meer. Daar hebben we ook aandacht voor.
Ook in deze zone is vergroening een ambitie. Dit willen we realiseren door plukbomen en rain gardens. Deze laatste zorgen voor een beter waterbeheer in verstedelijkte gebieden door aanleg van bijvoorbeeld wadi’s of beplanting die water vasthouden, maar ook te voorkomen dat nabijgelegen gebieden overstromen.
We onderzoeken daarnaast mogelijkheden om restwarmte van Genecor te gebruiken voor de verwarming van stadsgebouwen of grote complexen. In het kader hiervan wordt onderzocht of die verwarmingsleiding via de Sint-Clarastraat kan passeren. Daar zijn immers al grote complexen als scholen (gemeenschapsonderwijs & Howest) en zorginstellingen (Sint-Clara en Engelendale). Bovendien zouden ook nieuwe wijken of huizen in deze buurt kunnen aansluiten op dat verwarmingsnet.
Zone 3: Klimaatadaptieve inbreidingswijken
Deze te herstructureren gebieden of mogelijke inbreidingszones liggen ten noordwesten (site van Sint-Jozefskliniek) en ten oosten (site van het Wit-Gele kruis en Liantis) van de centrale drager van de wijk, de Sint-Clarastraat.
We willen in deze zone graag inzetten op het vergroenen van publieke ruimte, onder andere door gevel- en straatgroen mogelijk te maken. Het bestaande asfalt of beton op parkings laat geen water door. Door dit deels te vervangen door ‘groen’ zones kan er al meer water de grond in sijpelen. Als die parkings ook interessanter zijn ingevuld met bomen, struiken, bloemenweides dan is dat een meerwaarde voor omwonenden die op het gebied kijken. Bovendien kan de parking, als die bijvoorbeeld niet wordt gebruikt in het weekend, gebruikt worden als soort park voor de buurt.
Daarnaast zetten we ook in op een verhoging van de energie-efficiëntie van woningen”, zegt schepen Demon. We kijken niet enkel welke ingrepen er mogelijk zijn voor nieuwbouw binnen de werelderfgoedzone; we kijken ook hoe die best kunnen toegepast worden in bestaande (historische) huizen; dat gaat bijvoorbeeld over verwarming met restwarmte, of delen van geothermische warmte, maar ook over bijvoorbeeld zonnepanelen die men deelt, door ze te leggen op beter geschikte daken die niet zichtbaar zijn vanaf het openbaar domein.
Kortom, het doel van deze deelplannen is om zowel de buurt als de gebouwen met erfgoedwaarde sterker te maken.