Ik nam deel aan een gedachtewisseling met de minister van binnelandse zaken over de spoorwegpolitie. Ik stel vast dat het onveiligheidsgevoel bij de treinreizigers achteruit lijkt te gaan. Ook het aantal geweldsincidenten gericht tegen personeelsleden van de vervoersmaatschappijen neemt toe. Er zou dus een belangrijke rol weggelegd moeten zijn voor de Spoorwegpolitie bij de aanpak van deze problematieken.
Toch verneem ik van mensen op het terrein dat de motivatie bij de Spoorwegpolitie vandaag bijzonder laag is. Dit komt voornamelijk door de onderbezetting van het aantal medewerkers. Die personeelsproblematiek bij de Spoorwegpolitie is verre van nieuw. In de vorige legislatuur uitte ik reeds mijn bezorgdheid toen er signalen waren dat toenmalig minister Jambon de Spoorwegpolitie in Brugge wou afbouwen. De minister kondigde aan de Spoorwegpolitie prioriteit geniet bij de rekrutering voor de invulling van die personeelskaders. Ondertussen moeten we de mensen en middelen die wel beschikbaar zijn, zo efficiënt mogelijk inzetten.
Om de veiligheid in de stationsomgevingen te garanderen, is er nood aan een sterke samenwerking tussen de Spoorwegpolitie en de lokale politie. In Brugge, waar de stationsomgeving soms geteisterd wordt door vechtpartijen, zien we die noodzaak ook. Onze West-Vlaamse korpschefs geven echter aan dat ze weinig of geen rekening meer houden met de mogelijke inzet van de Spoorwegpolitie omdat ze weinig inzet kunnen leveren.