Op vraag van het Controleorgaan op de Politionele Informatie (COC) zette de federale politie eerder deze maand het proefproject met automatische gezichtsherkenning op de luchthaven van Zaventem stop omwille van onduidelijkheden inzake privacy en gegevensbescherming. Onmiddellijk na de stopzetting ervan heeft minister van Binnenlandse Zaken, Pieter De Crem aan de federale politie gevraagd om in overleg te gaan met het COC om het toepassingsgebied, de modaliteiten en de voorwaarden duidelijker af te bakenen zodat het proefproject zo snel mogelijk terug kan worden opgestart. Dit antwoordde de minister tijdens het vragenuurtje in de Kamer op een plenaire vraag die ik hierover stelde.
Indien uit dit overleg zou blijken dat er alsnog bijkomend wetgevend en reglementair werk nodig is, werk ik graag mee om het wetgevend sluitend te maken. Op lange termijn is er sowieso een wettelijke verankering nodig voor camera’s met gezichtsherkenning zoals dit ook het geval is bij de camera’s voor automatische nummerplaat herkenning, de ANPR-camera’s.
“Dit proefproject is te belangrijk om niet verder te zetten.” Demon: “Het is duidelijk dat het hanteren van systemen voor automatische gezichtsherkenning nog hindernissen bestaan. Toch klinken er vanuit verschillende hoeken, waaronder de politie, positieve geluiden over de toepassing ervan. Nieuwe technologieën zoals gezichtsherkenning zijn van zeer groot belang voor onze veiligheidsdiensten in de strijd tegen terrorisme en de georganiseerde criminaliteit.”.
De minister van Binnenlandse zaken, Pieter De Crem herhaalde dat het proefproject dat door de federale politie werd opgestart op de luchthaven in Zaventem na de terroristische aanslagen in 2016 alle steun verdient. “Ik zal met de federale politie er dus alles aan doen om het proefproject zo snel mogelijk terug op te starten en zelfs uit te breiden tot andere plaatsen met hoog risico.”