Sinds 1 januari moeten personen die hier willen komen werken of die hun verblijf in het kader van werk hier willen verlengen, een gecombineerde vergunning aanvragen (‘single permit’). Dat is het gevolg van de omzetting van de zogenaamde Single Permit Richtlijn. De nieuwe gecombineerde vergunning is een elektronische verblijfskaart die zowel een toelating tot arbeid als een toelating tot verblijf bevat.
De bedoeling van de Europese richtlijn was duidelijk. De bestaande aanvragen en procedures zouden vereenvoudigd moeten worden. Zo kunnen de Europese lidstaten aantrekkelijker worden voor bepaalde arbeidsprofielen in het kader van economische migratie.
In België lijkt dit echter een tegengesteld effect te hebben. De procedures duren in België tegenwoordig langer en zijn gecompliceerder dan voordien. Zo schiet de hervorming haar doel voorbij. Nog steeds blijven er getuigenissen komen van personen, gemeentebesturen en bedrijven die klagen dat de verwerkingsduur van aanvragen ongelooflijk oploopt.
De gevolgen zijn niet min. Zo kunnen bepaalde werknemers niet op het overeengekomen ogenblik starten bij hun werkgever of moeten bepaalde werknemers bij een aanvraag tot verlenging zelfs tijdelijk stoppen met werken omdat men er niet in slaagt de aanvraag binnen de voorziene termijn te verwerken. Dit schept uiteraard een grote onzekerheid voor zowel de betrokken werknemers als onze bedrijven. Iets wat de invoering van de gecombineerde vergunning juist moest voorkomen.
Sinds de zesde staatshervorming worden de voorwaarden voor arbeidsmigratie door de deelstaten bepaald. De Dienst Vreemdelingenzaken is enkel verantwoordelijk voor het afleveren van de verblijfsvergunning en voert een onderzoek naar de openbare veiligheid. Het is dus belangrijk dat er degelijk overlegd wordt door de federale overheid en de deelstaten om snel tot een oplossing te komen.
Ik vroeg de minister naar een stand van zaken omtrent de werkzaamheden van de werkgroep en welke maatregelen al werden genomen om deze procedure te versnellen.