Restaureren en reconstrueren van historisch erfgoed
De stad hecht belang aan het straatbeeld van de binnenstad en de panden die opgenomen zijn in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed in de deelgemeenten. Bij historische panden is het vaak een grote meerwaarde om de historische elementen te vernieuwen of te reconstrueren naar een vroegere toestand. Er zijn een aantal premies voorzien, zowel door de stad als door Vlaanderen, om dergelijke restauraties uit te voeren. Om mensen die eigenaar zijn van historische panden nog beter te ondersteunen, hebben we nu een aantal aanpassingen uitgevoerd aan de reglementen voor bepaalde premies.
Premie historisch buitenschrijnwerk
Deze nieuwe premie is specifiek gericht op complexe en volledige gevelrestauratie. Het buitenschrijnwerk omvat alle houten elementen die deel uitmaken van de buitengevels en architectuur van een pand, zoals ramen, deuren, balkons,…
Met deze premie willen we het draagvlak vergroten voor enerzijds de zorg en het behoud van waardevol schrijnwerk en anderzijds voldoende aandacht vestigen voor de uitvoering en detaillering bij de recontructie van historisch schrijnwerk. De stad maakte hiervoor een budget van circa 250.000 euro vrij.
De premie is zowel bedoelt voor restauratiewerken aan bestaand historisch buitenschrijnwerk en/of het vernieuwen van buitenschrijnwerk naar historisch model. Het gaat hierbij om gebouwen in de historische binnenstad die tot de Unesco Werelderfgoedzone behoren enerzijds en gebouwen in de deelgemeenten die opgenomen zijn in de vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed anderzijds.
De premie bedraagt maximaal 6.000 euro. Het percentage voor de premie hangt af van het soort werken. Voor restauratie van kunsthistorisch schrijnwerk geldt een percentage van 50% op de kosten. Voor het vernieuwen of reconstrueren van schrijnwerk naar historisch model wordt 30% berekend van de kostprijs. Het reglement zal ingaan vanaf 1 september 2020, aanvragen kunnen dan ook ten vroegste op die dag worden ingediend. Voor verdere vragen over dit reglement kan men terecht bij [email protected].
Beheersplan bij het Unesco managementplan
Door een wijziging van het Vlaamse Onroerenderfgoeddecreet wordt de verplichting om een beheersplan op te maken voor eigenaars van beschermde monumenten om in aanmerking te kunnen komen voor een erfgoedpremie, in de meeste gevallen versoepeld.
Voor de Brugse binnenstad gebeurt evenwel het tegendeel en wordt een beheersplan vanaf 1 januari 2022 een verplichting voor alle beschermde monumenten binnen de Werelderfgoedzone. Zonder beheersplan kunnen zij dan geen beroep meer doen op erfgoedpremies van de Vlaamse Overheid. De stad Brugge kaartte deze bijkomende verstrenging aan bij het kabinet van toenmalig minister Bourgeois.
Vanuit het Agentschap Onroerend Erfgoed werd een voorstel uitgewerkt waarbij één groot beheersluik, te koppelen aan het Unesco Managementplan, gelijkgesteld wordt aan alle beheersplannen van alle beschermde monumenten en alle beschermde stadsgezichten binnen de Werelderfgoedzone. Dit zal weliswaar enkel gelden voor de buitenschil.
Dit beheersluik zou een oplossing betekenen voor alle beschermde monumenten (circa 525), maar voor het eerst ook subsidiemogelijkheden bieden voor alle historische panden in de beschermde stadsgezichten (circa 740). Met een goedgekeurd beheersluik zouden al deze eigenaars in aanmerking komen voor Vlaamse erfgoedpremies van 40% op restauratie- en onderhoudswerken.
Het College besliste om zelf het initiatief te nemen om dit beheersluik op te maken, als geste naar alle eigenaars van beschermde monumenten en panden in beschermde stadsgezichten toe. De stad maakt daarvoor een budget van 200.000 euro vrij. Met dit geld zullen twee projectmedewerkers ingeschakeld worden om dit beheersluik op te maken. Zij zullen alle gevraagde informatie en fiches verzamelen op een digitaal platform. Dat platform moet eenvoudig consulteerbaar zijn en up-to-date gehouden worden. Het streefdoel is dit af te werken tegen 1 januari 2022.
Beide initiatieven zullen het onderhoud van het patrimonium en de uitstraling van de stad op lange termijn alleen maar ten goede komen.