De afgelopen maanden hebben we in de commissie Binnenlandse Zaken verschillende personen gehoord van de brandweer, van de civiele bescherming en van de noodcentrales. Zij schetsten de bestaande toestand van hun dienst. Ze spaarden daarbij hun kritiek niet. Een gebrek aan brandweerlui om wagens te bemannen, de Vlaamse kazerne van de civiele bescherming die niet op volle kracht werkt en een gebrek aan personeel en deftig materiaal bij de noodcentrales.
Na de gasramp in Gellingen werd beslist de civiele veiligheid grondig te hervormen. Dat was een terechte keuze. Een dergelijke grote hervorming kan men ook niet op 1, 2, 3 doorvoeren. Uiteindelijk werd deze in 2015 voltooid. Uit de verschillende hoorzittingen die we gehouden hebben blijkt dat de hervorming verschillende problemen met zich mee hebben gebracht. Hier mogen we niet blind voor blijven. Een grondige evaluatie dringt zich op.
Tevens blijken bepaalde keuzes van de vorige minister van Binnenlandse Zaken niet tot het gewenste resultaat te hebben geleid. Zo heeft de keuze voor de gebouwen in Brasschaat om de enige kazerne in Vlaanderen van de civiele bescherming in onder te brengen, niet geleid tot een goed werkende kazerne.