Spiking, oftewel het toedienen van drugs, medicatie of alcohol aan een persoon zonder dat die daar weet van heeft, komt alsmaar vaker voor. Via een drankje worden slachtoffers, voornamelijk vrouwen, gedrogeerd en vervolgens aangerand of verkracht. Uit recente cijfers die ik opvroeg, blijkt dat het aantal meldingen van aanranding en verkrachting na spiking de afgelopen zes jaar bijna is verdubbeld.
Regionale verschillen
In 2023 werden er dubbel zoveel meldingen gedaan van spiking dan in 2017, blijkt uit cijfers die ik onlangs opvroeg. In West-Vlaanderen gaat het over het over meer dan een verdubbeling over zes jaar, met een stijging van maar liefst 127%. In West-Vlaanderen komt het grootste aandeel meldingen uit de politiezone Oostende, met ongeveer 20% van het totaal meldingen in de provincie. In de rest van het land is Brussel koploper met 26% van alle meldingen, Luxemburg staat onderaan met slechts 1,3% van de meldingen. Ondanks de regionale verschillen, is een algemene stijgende trend waar te nemen, met een kleine stagnatie tijdens corona. Niet onlogisch, want toen lag het uitgaansleven stil. Ik vindt de cijfers toch onrustwekkend: “Steeds vaker hoor je getuigenissen van mensen die het slachtoffer worden van spiking en overvallen of aangerand worden. De algemene stijging die we zien, is verontrustend en moet een halt worden toegeroepen. Wie uitgaat zou onbezorgd plezier moeten kunnen maken en niet bang moeten zijn om drugs aan te treffen in hun drankje”.
West-Vlaanderen
De provincie West-Vlaanderen kende meer dan een verdubbeling van het aantal meldingen in zes jaar, met een stijging van maar liefst 127%. Het grootste aandeel meldingen komt uit de politiezone Oostende, met bijna 20% van het totaal meldingen in onze provincie. De zones Brugge en arro Ieper vertegenwoordigen elk 7,95% van de incidenten en delen daarmee de derde plaats. De minste meldingen doen zich voor in politiezone Spoorkin, waar er geen gevallen werden gemeld in de opgevraagde periode. Het kan wel zijn dat niet alle incidenten zijn aangegeven en de cijfers in de realiteit nog hoger liggen. “Als je de nationale cijfers bekijkt, doet onze regio het best goed. Maar het kan nog beter. We moeten vooral inzetten op slachtofferondersteuning en het makkelijker maken om incidenten te melden, zoals via een digitaal platform of een centrale contactdienst in de hoofdstad van de provincie.” aldus Demon (cd&v).
Veilige uitgaansbuurten
We willen met cd&v de bestaande initiatieven nog verder uitbreiden en de veiligheid in uitgaansbuurten in heel het land verhogen. De focus ligt daarbij op de handhaving van de veiligheid enerzijds, en op betere begeleiding van slachtoffers van spiking ed. anderzijds. Daarbij kan een veiligheidsbeleid worden aangepast op maat van de uitgaansbuurt: “In studentenbuurten willen we zorgen voor een ‘studentenflik’ die makkelijk aanspreekbaar is en waarbij jongeren terecht kunnen met hun vragen. Dat is nu al het geval Leuven en Hasselt.”
Naast het opdrijven van de algemene veiligheid, wil de partij meer inzetten op preventie en slachtofferhulp. “Grensoverschrijdend gedrag is sowieso onacceptabel. We willen het mogelijk maken voor slachtoffers om op een laagdrempelige manier online aangifte te doen van seksueel grensoverschrijdend gedrag via Police-on-Web.” De Zorgcentra Na Seksueel Geweld, oftewel ZSG’s, spelen ook een sleutelrol in de behandeling van slachtoffers van spiking. “Het regeerakkoord voorziet in een structurele uitrol van die ZSG’s en dat is een zeer goede zaak. We moeten ervoor zorgen dat de slachtoffers van spiking doorstromen naar de ZSG’s”.
Tot slot willen we ook bewustwordingsteams en infocoaches inschakelen die de feestgangers sensibiliseren, zonder met de vinger te wijzen. “We zien dat initiatieven zoals ‘Ask for Angela’ (ie. een drankje ‘Angela’ vragen aan de barman om aan te geven dat je je in een onveilige situatie bevindt) de feestgangers toch een gevoel van geruststelling bieden, zonder dat zij zich buitenproportioneel zorgen maken tijdens het uitgaan. We moeten de handen in elkaar slaan met horecafederaties, lokale besturen en politiezones om dergelijke initiatieven overal goed ingeburgerd te krijgen”.